REISVERSLAG STICHTING HORS CLASSE

jaarverslag nr. 16 - januari 2019

 

Mijn aankomst eind December in Bamako verloopt zonder problemen.

Ik bel Mamad die me vanmiddag gaat vergezellen bij de busrit naar Segou. Solo brengt ons naar het busstation en na wat gewacht en gestapel van baggage vertrekken we slechts een kwartier over tijd richting Segou. Bomvolle bus. Veel bruiloftsgangers, moeders met kinderen en een gigantische stapel katoen dat onderweg afgeleverd moet worden. Gaandeweg de rit springen er nog een aantal illegale reizigers de bus in die in het gangpad een plekje vinden.

We laten ons praktisch voor de deur afzetten. Eindelijk thuis.

Alpha, Moussa B., Moussamousse en Yaya vormen het ontvangstcomite. Yaya zet ik de deur uit, die wil direct al zoveel met me bespreken. Eerst maar eens rustig intunen, de salade van Moussa’s vrouw naar binnen werken en dan naar het door Moussa opgemaakte bedje.

De volgende dag verloopt uitermate rustig. Ik loop door de prachtig onderhouden tuin en krijg citroenen en een papaya van Alpha. Het middageten wordt gebracht, ik lees wat, boodschappen worden gedaan. Alpha heeft zich ontwikkeld tot zakenman (verkoopt aardappelen en uien), teelt papaya’s, houdt kippen (ik snap nu waar dat gekukeleku vanochtend vandaag kwam) en heeft z’n vrouw bij ons op de cour geinstalleerd. ‘s Ochtends in alle vroegte word ik gewekt door het geluid van het watergeven aan de planten, ‘s avonds komt iemand de cour vegen. Het gaat allemaal heel routineus. Ik vraag me af of dit ook allemaal gebeurt als ik er niet ben. Misschien dat de aanwezigheid van kamerhuurder Papus wel bevorderlijk is voor deze gang van zaken. En Moussamousse, de beheerder, heeft de wind eronder.

‘ s Avonds alweer Yaya die langskomt met de president van een jeugdorganisatie van het district waar Jigo deel van uit maakt. Ze organiseren op 25 december een culturele manifestatie waarbij Ablo’s bijdrage voor de commune gememoriseerd zal worden. Het bijzondere van zijn bijdrage was dat hij het niet uit persoonlijk gewin deed of uit politiek belang. En juist daarom willen ze het over hem hebben en gaan ze een jaarlijkse prijs in zijn naam in het leven roepen. Of ik eregast wil zijn en iets wil zeggen.

 

Daouda, die na omzwervingen zich gesettled heeft in Bamako jongleert als een Chinese goochelaar met mogelijke inkomstenbronnen. Als vaste baan doet hij de administratie bij een ijzerwarenonderneming. Dat levert hem 80.000 cfa per maand op (120 euro). Daarnaast handelt hij in cerealen, heeft een speelhal  met 2 playstations (gerund door een sous-chef), heeft een auto aangeschaft maar zoekt nog naar wegen daar geld mee te maken (ritjes van en naar vliegveld?) en zijn 19 jarige vrouw verkoopt waterlimonade van bisap. La pauvreté est un choix! aldus filosoof Daouda. Ik denk dat hij in Europa met deze filosofie nog een hoop geld zou kunnen verdienen.

 

25 december. Vandaag is het dan eindelijk zover. Yaya heeft me helemaal gek gemaakt met vragen over Ablo, foto’s ophoesten, herinneringen ophalen, dit voor de onderbouwing van de Dag voor de Jeugd van Pelengana. 25 notabelen zijn uitgenodigd, waaronder ik dus en op mijn verzoek Dr. Soumano, een oude bevriende arts die ik goed heb leren kennen in Ablo’s laatste jaar.

De grote cour van Jigo is er helemaal klaar voor als Soumano en ik, als enige gewoon op de afgesproken tijd arriveren. Tenten met stoelen voor de gasten, een dj die traditionele muziek, veel te hard, draait te beluisteren via 6 antieke speakers. De laatste resten van de gemeenschappelijk genoten maaltijd worden weggewerkt. We zijn eigenlijk te vroeg.

Mevrouw de burgemeester treedt 3 kwartier later aan. Nog een behoorlijk aantal handen worden geschud en dan kan eindelijk de ceremonie beginnen. Iedereen staat op om het volkslied dat over de luidsprekers schalt, mee te zingen. Daarna wordt er stilte gevraagd om Ablo te gedenken.

Wat ik meen te begrijpen is dat ze een jaarlijks evenement voor ogen hebben waar een prijs wordt toegekend dat ze de Prix du Patriotisme Citoyen noemen – goed burgerschap. Ablo is daar een voorbeeld van omdat hij wars van politieke of commerciele redenen zich heeft ingezet. Nou mooi.

Dit alles 10 jaar na zijn overlijden. Het is overrompelend. Ik zie een aantal van zijn getrouwen terug. De mannen met stok lopend en uitgewoonde lichamen, de vrouwen allemaal in goed volume.

Als gebruikelijk bij Malinese festiviteiten (vanwege mijn aanwezigheid is er voor politiebescherming gezorgd!) wordt er veel gepraat, in het Bambara, dat alles versterkt met een echo. Een animateur heeft de leiding. Het jongensvoetbalelftal in geel tenue met gekleurde toeters brengt zo mogelijk nog meer kleur aan in het gezelschap. Kinderen, vrouwen, mannen ze zitten altijd in groepen bij elkaar. De sfeer is geanimeerd, vrolijk. Het wordt steeds drukker. Stoelen blijven aangesleept.

Dan is het mijn beurt een toespraak te houden. Ik vertel over Ablo’s droom voor zijn dorp, zijn kwaliteiten, lastige kanten, onbegrip bij de dorpsbewoners en zijn keuze voor Mali, het land dat hem veel gebracht heeft. Alles wordt zin voor zin in het Bambara vertaald. De meer dan 100 jaar (!) oude YaYa heeft mijn toespraak vanaf zijn cour beluisterd. Soumano geeft met zijn ‘’formidable’’ aan dat hij tevreden is. Hij vraagt even later ook nog het woord. Daarna kan het echte spectacle beginnen. De tamtam slaat aan en daar komen de eerste marionetten. Ze worden begeleid door een man met de bel en een muzikant blaast op een koehoorn, ze komen op de tent met gasten af en provoceren ons met hun dans. Er wordt gedanst, toneelgespeeld, gemusiceerd en er is een hiphop choreografie voor 3 danseressen.

Omdat ik op de heenweg niet meteen de laatste afslag naar Jigo kon vinden willen we voor het donker de brousse in ieder geval achter ons hebben liggen. Zo denken kennelijk de andere gasten er ook over. Abrupt wordt er iets voor zessen opgestaan en begeleidt door het halve dorp gaan we richting auto’s. Ik moet nog met het organiserende comité op de foto en dan is het wel mooi geweest voor vandaag.

Traditiegetrouw breng ik bezoek en krijg ik tegenbezoek van overbuurman Ba. Een imam, Peul, mijn leeftijd, heul veul kinderen en steun en toeverlaat voor Moussa Burkina en Alpha in de buurt. Hij vraagt Moussa B. er bij te blijven als hij mee toespreekt. Zijn frans is niet toereikend. Moussa B. is inmiddels 33 jaar en zit al jaren bij de pakken neer. 13 jaar geleden door Ablo gestimuleerd les te gaan geven in Yassalam, waar hij als illegale onderwijzer nog steeds aan de slag is. Stichting Hors Classe betaalt hem daarvoor een salaris. De poging hem te laten instromen op legale wijze is alweer een aantal jaren geleden gestrand. Het valt hem zwaar in Yassalam te blijven. De condities zijn lastig. Geen electriciteit, geen stromend water, geen verse groente. 20 km gelegen vanaf Segou. Hij heeft er eigenlijk genoeg van.

Ba wil dat ie gaat settelen en daar moet ik bij helpen. Nou daar kijk ik toch een beetje anders tegen aan. De andere jongens, Daouda, Mama, Aruna en zelfs ook Alpha hebben het heft zelf in handen genomen. Ik heb ze allemaal geholpen met de bruidsschat, maar dat is het dan ook. Moussa B. blijft maar een beetje hopen op ontwikkelingen bij de moeder van zijn ‘’verloofde’’ Pasqualine, een katholiek meisje uit Burkina Fasso.

De moeder is tegen dit huwelijk omdat onze Moussa moslim is. Dat duurt nu al 6 jaar.

Plus dat ze meer dan 1000 km van elkaar zitten in twee verschillende landen. Nou ben ik natuurlijk bijzonder gekwalificeerd om daar niet al te flauw over te doen, maar toch, als je helemaal geen middelen hebt lijkt me dat toch een lastig te overbruggen handicap. Vindt Moussa overigens niet hoor.

Enfin, hoe zie jij je toekomst voor je? Nou, kijk als ik me nu eens permanent installeer in Segou. Ik heb hier al ergens een lapje grond, dan bouw ik daar een studiootje op. Dank je de koekkoek. Niks bouwen. Dat gebouw hier overal om me heen. Veel te weinig eigenaren zijn in staat het af te bouwen en te gaan bewonen. Daarbij heeft hij een luie inborst en een bepaalde arrogantie die mij niet het vertrouwen geven dat hij dat werkelijk voor elkaar krijgt.

Ander plan? Nou dat projectvoorstel dat ik u vorig jaar liet zien, iets ontwikkelingswerk achtigs wat heel veel geld zou gaan kosten. Eerst een dure stichting oprichten, dan proberen een bankrekening te openen waarvoor je bij het eerste depot al over behoorlijk wat geld moet beschikken. Allemaal onrealistisch. En een project als doel daar je brood mee te verdienen daar houdt tante Monica niet van. Laat me eerst je passie zien voor het doel waarop je je richt. Oh, maar dat had ik niet begrepen, dat je daar zo mee om moet gaan.

Ik geef hem als voorbeeld de school van Yassalam. Paul de directeur is begonnen les te geven onder takkenbossen. Niet het gebouw is belangrijk maar de inhoud.

Lastig gesprek. Probeer er toch nog een draai aan te geven. Ik geef hem voor elk jaar dat hij voor Yassalam gewerkt heeft als uitkering 1 maand salaris. Dus maximaal 13 maanden, dat geeft hem ruimte te bewijzen wat hij echt kan en wil.

Yaya laat me weten dat de burgemeester van Pelengana me wil spreken. Huh! Waarover? Ze had me toch bij gelegenheid van de ceremonie kunnen aanspreken. Enigszins wantrouwend stem ik toe. Ik word door hem per brommer opgehaald en meegetroond naar de Mairie.

Ergens boven op een gang komt de 1e vertegenwoordiger van de burgemeester me tegemoet. Hij is bezig zijn ambtslint om te knopen. Ik weet nog steeds niet wat nu de bedoeling is, dan word ik ineens serieus toegesproken. Ik moet in fotoshoot positie gaan staan met hem en krijg vervolgens een oorkonde ‘Attestation de reconnaissance’ overhandigd ‘Pour les nobles missions’. Ik ben geraakt. Het kan niet op.

 

Het jaarlijkse bezoek aan Yassalam vindt halsoverkop plaats. Het comité de gestion komt opdagen en er wordt me uitgelegd dat ze regels hebben moeten opstellen en de pomp regelmatig op slot houden. Het water is gewoon te goed van deze pomp. Het is riskant een en ander op z’n beloop te laten.

Lijkt me prima geregeld. We maken een paar bewijsfoto’s.

Ik zie tot mijn verbazing dat er behoorlijk wat smartphones in handen van de bewoners zijn. ‘Dat is toch veel te kostbaar?’

Nou, dat moet ik toch even anders zien. De smartphone stelt analfabeten in staat veel goedkoper te communiceren dan via het telefoonnetwerk, gewoon per whatsapp of whatever met ingesproken boodschappen.